Er is weinig onderzoek voorhanden en er zijn nauwelijks gereedschappen om een uitspraak te doen over de kwaliteit van leermiddelen in Vlaanderen. Vaak worden keuzes gemaakt op basis van losse meningen en ervaringen of soms, zelfs, op hoe aantrekkelijk het leermiddel is vormgegeven. Ook woedt het leermiddelendebat in alle hevigheid. De huidige leermiddelen worden in dat debat door sommigen naar voren geschoven als één van de hoofdoorzaken van de dalende onderwijskwaliteit. Om leerkrachten, schoolteams, uitgeverijen en andere betrokken te ondersteunen in het kiezen, gebruiken en ontwikkelen van leermiddelen, ontwikkelde het Expertisecentrum voor Effectief Leren van Thomas More hogeschool in Vlaanderen, een kader om de didactische kwaliteit van leermiddelen in het lager en secundair onderwijs te analyseren. Het kwaliteitskader geeft zicht op de wijze waarop leermiddelen een effectieve en efficiënte didactiek van leraren kunnen ondersteunen, en omvat zo een van de belangrijkste aspecten die we van een leermiddel mogen verwachten. Er werden drie instrumenten ontwikkeld: een kwaliteitskader bestaande uit 14 kwaliteitscriteria, een bijhorende handleiding met de nodige toelichting en concrete voorbeelden bij elk criterium, en kwaliteitskaarten. In deze sessie geven we eerst een algemene toelichting van het kwaliteitskader en de 14 criteria. Vervolgens lichten we er een aantal – mogelijks minder evidente – criteria uit. We lichten de achtergrond van het criterium toe en schetsen aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden hoe het kwaliteitskader kan gebruikt worden om leermiddelen te analyseren met oog op het betreffende criterium. Kim Bellens neemt daarbij de wetenschappelijke toelichting voor haar rekening en Michiel Wils maakt de brug naar de toepassing ervan in leermiddelen en in de onderwijspraktijk.

Spreker: Mitte Schroeven

Doelgroep: Leraren en makers van leermiddelen (lager en secundair onderwijs)