In het onderwijs zien we meer en meer twee uitgesproken stromingen rond het gebruik van technologie. Enerzijds hebben we de tech-optimisten, die technologie beschouwen als dé oplossing voor alle onderwijsproblemen. Het traditionele onderwijs moet dan ook liefst volledig op de schop: leerkrachten worden coaches, directe instructie verdwijnt en AI-tutors zullen zorgen voor volledig gepersonaliseerd leren. Aan de andere kant horen we in scholen en vanuit beleid stemmen opgaan om technologie volledig uit de klas te bannen: geen smartphones meer, geen AI, zo weinig mogelijk laptops en liefst terug naar het klassieke bord en krijtje.
In deze sessie landen we in het midden: we pleiten we voor het zinvol inzetten van technologie als hefboom voor gelijke onderwijskansen. Want àlles digitaal, zonder pedagogische visie of duidelijke meerwaarde, leidt zelden tot beter leren. Maar door technologie volledig te bannen uit scholen, zorgen we ervoor dat enkel kinderen van ouders met een (middel)grote portefeuille profiteren van de kansen die digitale middelen bieden en dat de digitale kloof alleen maar groter wordt.
Aan de hand van concrete voorbeelden tonen we dat het inzetten van technologie in de klas en op school wel degelijk kansen biedt voor rechtvaardiger en inclusiever onderwijs en hoe een gebrek aan aandacht voor digitale geletterdheid net kansongelijkheid vergroot.